Van Wob naar Woo, wat is het verschil?

De Woo bestaat sinds 1 mei 2022 en verving toen de Wet openbaarheid bestuur (Wob). Er is twaalf jaar vergaderd over deze nieuwe wet. De oorspronkelijke plannen waren een flinke verbetering. Maar vrijwel geen van die verbeteringen is uiteindelijk in de wet terecht gekomen. Veel zaken die in de Wob niet goed werkten, zijn hetzelfde gebleven of zelfs verslechterd.

Een greep uit wat er zoal niét in de Woo terecht is gekomen:

  1. Documentenregister
    Zo zou er een documentenregister komen. Daarin moest een omschrijving staan van alle documenten die overheden bezitten. Daarmee had je als verzoeker veel makkelijker kunnen vertellen welke documenten je wilt hebben. (En hadden ambtenaren ze makkelijker kunnen vinden.) Door lobby van onder meer het bedrijfsleven, de ambtenarij, gemeentes en provincies heeft deze verbetering het niet gehaald. Het is een van de oorzaken dat zoveel verzoeken niet op tijd worden afgehandeld.

  2. Informatiecommissaris
    Er zou een informatiecommissaris komen met stevige bevoegdheden. In plaats daarvan is er nu het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI) dat alleen kan adviseren en bemiddelen.

  3. Voldoen aan internationale regels
    De Woo zou gaan voldoen aan internationale verdragen. Uiteindelijk kwamen er toch weer regels in de Woo die in strijd zijn met deze verdragen.[6](javascript:void(0))

  4. Tijdig besluit afdwingen
    Er zijn geen nieuwe manieren gekomen om een tijdig besluit af te dwingen.[7](javascript:void(0)) Terwijl termijnoverschrijdingen al jaren het allergrootste probleem zijn waar Woo-verzoekers mee te maken krijgen.[8](javascript:void(0))

  5. Minder weigeren
    Ronduit een verslechtering is de nieuwe weigergrond ‘goed functioneren van de staat’. Deze weigergrond is een soort vergaarbak die vooral de landelijke overheid gebruikt om conceptdocumenten, correspondentie met politici en alles wat de overheid ‘vertrouwelijk’ noemt, standaard te weigeren.

De Woo heeft gelukkig ook voor enkele verbeteringen gezorgd:

  • ‘Actieve’ openbaarmaking
    De overheid moet meer ‘actief’ openbaar gaan maken. Dat wil zeggen dat de overheid meer informatie uit zichzelf openbaar moet maken. Ook als er niemand om vraagt. Al stond dit, minder expliciet, ook al in de Wob, volgens de overheid zelf is dit de belangrijkste verbetering.
  1. Adviescollege ACOI
    De Woo bepaalt dat er een Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI) moet zijn. Dit Adviescollege onderzoekt of de Woo werkt. Daarnaast bemiddelen ze bij klachten van journalisten, wetenschappers en NGO’s wanneer de overheid zich niet aan de Woo houdt. Als het ACOI zich ontwikkelt tot gezaghebbend instituut, dan zou het wel eens de belangrijkste verbetering in de Woo kunnen zijn.

  2. Woo-contactpersoon
    Ook moet ieder bestuursorgaan iemand aanwijzen voor het beantwoorden van vragen over de Woo en de beschikbare informatie. Deze ambtenaar wordt Woo-contactpersoon genoemd.

  3. Vertrouwelijke inzage
    Je kunt ook ‘vertrouwelijke inzage‘ krijgen in documenten. Dat kan echter alleen als je journalistiek of wetenschappelijk onderzoek wilt doen. Je maakt dan van tevoren afspraken over wat je wel en niet mag doen met de informatie die je hebt gelezen.

  4. Documenten terughalen
    De overheid kan nu soms verplicht zijn om documenten die ze niet meer hebben (maar wel hadden moeten hebben) ergens anders op te vragen. De persoon of het bedrijf die de documenten nog wel heeft is verplicht om ze te geven.

  5. Oudere documenten
    Bij documenten die ouder zijn dan vijf jaar moet de overheid extra uitleg geven waarom ondanks het tijdsverloop openbaarmaking nog steeds niet mogelijk is.