Relatieve weigergronden, wat zijn dat?

Informatie die je opvraagt via de Woo mag de overheid alleen weigeren als ze daar een goede reden voor hebben. Zo’n reden noemen we een weigergrond. De overheid mag alleen de weigergronden gebruiken die in de Woo staan.

Beoordeling: absolute of relatieve weigergrond?

Er zijn twee soorten weigergronden: de absolute en de relatieve weigergronden.

Bij absolute weigergronden mag de overheid de informatie in geen geval openbaar maken. Als zo’n weigergrond van toepassing is, blijft de informatie dus altijd geheim.

Bijvoorbeeld de communicatie tussen de regering en de Koning, informatie waardoor de veiligheid van de Staat gevaar kan lopen en vertrouwelijk verstrekte bedrijfsinformatie worden zonder meer geweigerd. De overheid hoeft hier alleen uit te leggen waarom van dergelijke informatie sprake is. Hetzelfde geldt voor bepaalde persoonsgegevens.

In dit topic staat meer informatie over de absolute weigergronden.

Relatieve weigergronden: wegen van belangen

Bij relatieve weigergronden maakt de overheid een afweging. Dan moet het bestuursorgaan bepalen of het belang dat in de relatieve weigergrond staat, zwaarder weegt dan het algemene belang van openbaarheid. Of andersom, dat het belang dat de burger door openbaarmaking moet kunnen controleren hoe de overheid opereert, de doorslag moet geven.

Relatieve weigergronden zijn bijvoorbeeld: het belang om de betrekkingen van Nederland met andere landen goed te houden, om opsporingsmethoden geheim houden en om de financiële belangen van de overheid niet schaden. De overheid moet goed uitleggen waarom de bescherming van die andere belangen voor moet gaan.

Welke relatieve belangen staan er in de Wet open overheid?

Alle relatieve weigergronden staan in artikel 5.1 lid 2 van de Wet open overheid:

  1. Betrekkingen van Nederland met andere landen (sub a van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  2. Economische of financiële belangen van Nederland (sub b van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  3. Opsporing en vervolging van strafbare feiten (sub c van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  4. Inspectie, controle en toezicht (sub d van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  5. Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (sub e van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  6. Bescherming van concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens (sub f van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  7. Bescherming van het milieu waarop de informatie betrekking heeft (sub g van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  8. Beveiliging van het personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage (sub h van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  9. Goed functioneren van de Staat (sub i van lid 2 artikel 5.1 Woo)