Wat betekent de weigergrond 'bescherming van concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens' volgens de Wet open overheid?

Informatie die je opvraagt via de Woo mag de overheid alleen weigeren als ze daar een goede reden voor hebben. Zo’n reden noemen we een weigergrond. De overheid mag alleen de weigergronden gebruiken die in de Woo staan.

Absolute en relatieve weigergronden

Er zijn twee soorten weigergronden: absolute en relatieve weigergronden.

Bij absolute weigergronden mag de overheid de informatie in geen geval openbaar maken. Als zo’n weigergrond van toepassing is, blijft de informatie dus altijd geheim.

In dit topic staat meer informatie over de absolute weigergronden.

Relatieve weigergronden: weging van belangen

Bij relatieve weigergronden maakt de overheid een afweging. Dan moet het bestuursorgaan bepalen of het belang dat in de relatieve weigergrond staat, zwaarder weegt dan het algemene belang van openbaarheid. Of andersom, dat het belang dat de burger door openbaarmaking moet kunnen controleren hoe de overheid opereert, de doorslag moet geven.

Alle relatieve weigergronden staan in artikel 5.1 lid 2 van de Wet open overheid:

  1. Betrekkingen van Nederland met andere landen (sub a van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  2. Economische of financiële belangen van Nederland (sub b van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  3. Opsporing en vervolging van strafbare feiten (sub c van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  4. Inspectie, controle en toezicht (sub d van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  5. Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (sub e van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  6. Bescherming van concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens (sub f van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  7. Bescherming van het milieu waarop de informatie betrekking heeft (sub g van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  8. Beveiliging van het personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage (sub h van lid 2 artikel 5.1 Woo)
  9. Goed functioneren van de Staat (sub i van lid 2 artikel 5.1 Woo)

Bescherming van concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens?

Voor het vaststellen van beleid en tijdens het uitvoeren en controleren van wet- en regelgeving verkrijgen bestuursorganen grote hoeveelheden informatie die bij openbaarmaking de economische belangen van bedrijven onevenredig kunnen raken.

Artikel 5.1. lid 2 Het openbaar maken van informatie blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

f. de bescherming van andere dan in het eerste lid, onderdeel c, genoemde concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens;

Intern of extern gericht

Als geen sprake is van vertrouwelijk aan de overheid verstrekt bedrijfs- of fabricagegegevens, is van belang of de bescherming van die gegevens zwaarder weegt dan het belang van openbaarheid. In dat geval kan die informatie toch worden beschermd. Zulks zal eerder het geval zijn bij informatie die betrekking heeft op het fabricageproces of de strategie van een onderneming. Maar deze uitzonderingsgrond kan ook van toepassing zijn op actuele offertes, aanbestedingen en andere concurrentiegevoelige gegevens.

Informatie betreffende handelingen van ondernemingen die op externe gevolgen gericht zijn, zullen minder snel als concurrentiegevoelig kunnen worden aangemerkt.

Zienswijze vragen of geven

Op grond van artikel 4:8 Awb is het bestuursorgaan als het openbaarmaking van bedrijfs- en fabricagegegevens overweegt verplicht om het betrokken bedrijf te vragen of er bedenkingen bestaan tegen openbaarmaking. Dit heet een ‘zienswijze’ vragen of geven. Het betrokken bedrijf kan dan die bedenkingen, geconcretiseerd naar de schade die van openbaarmaking het gevolg zal zijn, tijdig naar voren brengen.